Onsterfelijk >> - GroteWereld
21869
post-template-default,single,single-post,postid-21869,single-format-standard,ajax_leftright,page_not_loaded,,select-theme-ver-3.2.1,vertical_menu_enabled, vertical_menu_transparency vertical_menu_transparency_on,wpb-js-composer js-comp-ver-7.8,vc_responsive

Onsterfelijk >>

Ergens op het internet lees ik dat Woody Allen eens heeft gezegd: “Ik wil niet dat mijn werk mij onsterfelijk maakt – ik wil onsterfelijk worden door niet dood te gaan.” Op hetzelfde internet lees ik dat Dr. James Bedfort in 1976 de eerste mens was die zijn lichaam liet invriezen om, na in een verre toekomst te zijn ontdooid, te kunnen genezen van een nu nog terminale ziekte. Gedurende de jaren dat Bedfort nu op ijs ligt, hebben vele anderen de droom van onsterfelijkheid gedroomd: sciencefiction-auteurs, filmmakers, plastisch chirurgen – allemaal hebben ze hun fantasie de vrije loop gelaten. Ook wetenschappers hebben hun reputatie op het spel gezet en gepubliceerd over onsterfelijkheid. Zoals Dr. Ian Pearson, een Britse wiskundige en fysicus die enkele jaren geleden voorspelde dat de rijken der aarde rond het jaar 2050 in de gelegenheid zullen zijn om hun complete herseninhoud naar een computer te downloaden. De minder bedeelden zouden moeten wachten tot 2080. Ach, dat is nou jammer, net iets te laat voor mij.

Pearson is een aanhanger van de theorie dat ons menselijke bewustzijn direct voortkomt uit de complexiteit van ons brein en dat kunstmatige intelligentie vanzelf ontstaat wanneer computersystemen de complexiteit van onze hersenen gaan evenaren. In een interview voor The Observer in 2006 zegt hij: “Een programmeur van een schaakcomputer hoeft geen schaakgrootmeester te zijn. Hij voert de regels in en de rest komt vanzelf. Kijk naar de PlayStation 1, die computer is even krachtig als één procent van het menselijke brein. De PlayStation 6 zal evenveel informatie kunnen bevatten als het menselijke geheugen.” Vandaag speelt mijn tienjarige zoon met zijn PlayStation 3 en soms lijkt het inderdaad alsof hij er helemaal in zou willen kruipen, maar gelukkig ontwikkelt de intelligentie van mijn zoon zich stukken sneller dan die van zijn spelcomputer. Want laten we eerlijk zijn: goed beschouwd zijn de computers van nu even dom als die van twintig jaar geleden. Ze kunnen alleen sneller rekenen. Maar die domme computers kunnen ons wél onsterfelijk maken. Door te bloggen en te twitteren, door foto’s en filmpjes online te zetten en vrienden toe te voegen op sociale netwerksites (Facebook telt op elk moment duizenden profielen van overleden gebruikers) is de kans groot dat er na je dood iets van je achterblijft op het net. Bovendien zijn er websites als Justincaseidie.com (Just in case I die), waar je berichten kunt achterlaten die pas worden verzonden nadat je bent overleden. Of beter gezegd: ze worden verzonden als je verzuimt om de site binnen een bepaalde tijdslimiet weer te bezoeken. Kijk, dat noem ik nu een effectieve vorm van klantenbinding. Ik heb zelf ook een mailtje in de wacht gezet:

To: Dr. James Bedfort
CC: Dr. Ian Pearson
Subject: Welkom in de eeuwigheid

Geachte onsterfelijken,

Saai hè? Onsterfelijk zijn. Als u zich weer eens verveelt: ergens op het internet is nog wel iets over me te vinden. Het is niet bijzonder boeiend, maar u kunt er altijd wat tijd mee doden.

Met morbide groet,
Een overtuigde overledene.

(Deze column verscheen eerder in het computertijdschrift PCM)